|
Het melkmeetapparaat |
In de eerste week van een nieuwe maand houden wij ons een dag bezig met ´provmjölkning´, oftewel proefmelken. Van iedere koe nemen wij een melkmonster en meten wij meteen de dagproductie. De melkmonsters gaan naar een laboratorium waar zij worden onderzocht op het percentage vet en eiwit.
|
| |
| | | | |
|
In het proefmelkrapport houd ik per koe de dagproductie bij. Iedere koe heeft
haar eigen flesje voor een melkmonster. |
|
Daarnaast wordt gekeken naar het aantal cellen per milliliter melk.
Deze cellen bestaan voor het merendeel uit afweercellen (witte
bloedcellen/leukocyten). Als reactie op het binnendringen van bacteriën
in de uier zullen in eerste instantie de al aanwezige leukocyten de
aanval inzetten, maar vrijwel direct komen grote aantallen leukocyten
vanuit het bloed naar de aangetaste uier. Het celgetal schiet dan
omhoog. Een verhoogd celgetal is één van de meest betrouwbare
aanwijzingen voor uierontsteking.
Soms kan je duidelijk zien dat een
koe uieronsteking, mastitis, heeft. De melk is waterig en klonterig en
de koe heeft veel pijn. Bij subklinische uieronsteking zie je
echter niet aan de melk of aan de uier dat een koe uieronsteking heeft,
maar dus wel aan een verhoogd celgetal.
|
De melkhoeveelheid lees ik zo nauwkeurig mogelijk af |
|
Svalka, met Hanz op de achtergrond; proefmelken kost veel tijd |
|
|
|
|
| | | | |
|
|
|
|
|
|
|
Het maandelijkse proefmelken doen wij altijd met z'n tweeën: De één melkt, de ander meet en schrijft. Ik ben altijd erg benieuwd hoeveel de koeien geven en of er grote veranderingen zijn. Op de resultaten van de melkmonsters moeten we zo'n twee weken wachten. Rosa is onze enige koe met een te hoog celgetal. Als dit zo blijft, moeten we haar helaas wegdoen. Een hoog celgetal tast namelijk ook de kwaliteit van de melk aan.
Omdat wij alle melk in onze kaasmakerij verwerken, komt bij ons niet dagelijks een melkwagen het terrein op rijden waar ik de melkmonsters aan kan meegeven. Om de monsters naar het laboratorium te krijgen, brengen wij ze naar de dichtsbijzijnde boer, waar de melkwagen wel langs komt. Dus één keer in de maand rijden we met onze melkproefjes de 100 kilometer lange rit naar boer Robert. Uiteraard combineren we dit tripje met het doen van boodschappen in 'de grote stad' Luleå. Al met al kost het enige planning om de melkmonsters iedere eerste week van de maand op de plek van bestemming te krijgen!
|
Hanz werkt de gegevens in de melkstal bij |